zondag 26 november 2023
om 19.00 uur
avonddienst
Voorganger(s): Ds. J. Maasland Scheveningen
Organist: Cees
Aarlanderveen, zondag 26 november A.D. 2023
Laatste zondag van het kerkelijk jaar
avonddienst
Intochtslied: Psalm 138: 1 en 4
1 U loof ik, Heer, met hart en ziel,
in eerbied kniel / ik voor U neder.
Ja, in de tegenwoordigheid
der goden wijd / ik U mijn beden.
Naar ’t heiligdom waar Gij vertoeft
hef ik het hoofd, / ik zal U prijzen.
Gij zult, o Here, wijd en zijd
Uw heerlijkheid / en trouw bewijzen.
4 Als, ik omringd door tegenspoed,
bezwijken moet, / schenkt Gij mij leven.
Wanneer mijn vijands toorn ontbrandt,
Uw rechterhand / zal redding geven.
De HEER is zo getrouw als sterk,
Hij zal Zijn werk / voor mij voleinden.
Verlaat niet wat Uw hand begon,
o Levensbron, / wil bijstand zenden.
Stil gebed
Bemoediging en Groet
Samenzang: Op Toonhoogte lied 400
1 Wat zal de wereld mooi zijn op die dag,
als Jezus weer zal komen op de wolken,
als al wat leeft, de natiën, de volken,
zich voor Hem zullen buigen vol ontzag.
2 Wat zal de wereld mooi zijn op die dag,
als God zijn tent zal opslaan bij de mensen,
als volken niet gescheiden meer door grenzen,
zich zullen scharen onder Christus' vlag.
3 Wat zal de wereld mooi zijn op die dag,
als heel de schepping zal gezuiverd wezen,
als d` aarde zal vernieuwd zijn en genezen,
van al ons kwaad, van heel ons wangedrag.
4 Wat zal de wereld mooi zijn op die dag
als God zijn volk met heerlijkheid zal kronen
en in het nieuw Jeruzalem doet wonen
wat zal de wereld mooi zijn op die dag.
Gebed om verlichting met de Heilige Geest
Eerste Schriftlezing: Psalm 138 (NBG1951)
1 Van David.
Ik zal U loven met mijn ganse hart,
in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.
2 Ik zal mij nederbuigen naar uw heilige tempel
en uw naam prijzen om uw goedertierenheid en trouw,
want Gij hebt, om uws grote naams wil,
uw toezegging heerlijk gemaakt.
3 Ten dage dat ik riep, hebt Gij mij geantwoord,
Gij hebt mij bemoedigd met kracht in mijn ziel.
4 Alle koningen der aarde zullen U, o HERE, loven,
wanneer zij de woorden van uw mond gehoord hebben;
5 zij zullen zingen van de wegen des HEREN,
want de heerlijkheid des HEREN is groot.
6 Want de HERE is verheven, en Hij aanschouwt de nederige,
maar de hovaardige kent Hij van verre.
7 Wanneer ik wandel te midden van benauwdheid,
behoudt Gij mij in het leven;
tegen de toorn van mijn vijanden strekt Gij uw hand uit,
en uw rechterhand verlost mij.
8 De HERE zal het voor mij voleindigen.
O HERE, uw goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Laat niet varen de werken uwer handen.
Tweede Schriftlezing: 1 Korintiërs 15, 35 – 58 (NBG1951)
35Maar, zal iemand zeggen, hoe worden de doden opgewekt? En met wat voor lichaam komen zij? 36Dwaas! Wat gij zelf zaait, wordt niet levend, of het moet gestorven zijn, 37en als gij zaait, zaait gij niet het toekomstige lichaam, maar slechts een korrel, bijvoorbeeld van koren, of van iets anders. 38Maar God geeft er een lichaam aan, gelijk Hij dat gewild heeft, en wel aan elk zaad zijn eigen lichaam. 39Alle vlees is niet hetzelfde, maar dat van mensen is anders dan dat van beesten, en het vlees van vogels weer anders dan dat van vissen. 40Er zijn hemelse en aardse lichamen, maar de glans der hemelse is anders dan die der aardse. 41De glans der zon is anders dan die der maan en der sterren, want de ene ster verschilt van de andere in glans. 42Zo is het ook met de opstanding der doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, en opgewekt in onvergankelijkheid; 43er wordt gezaaid in oneer, en opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, en opgewekt in kracht. 44Er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, en een geestelijk lichaam opgewekt.
Is er een natuurlijk lichaam, dan bestaat er ook een geestelijk lichaam. 45Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest. 46Doch het geestelijke komt niet eerst, maar het natuurlijke, en daarna het geestelijke. 47De eerste mens is uit de aarde, stoffelijk, de tweede mens is uit de hemel. 48Gelijk de stoffelijke is, zijn ook de stoffelijken, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen. 49En gelijk wij het beeld van de stoffelijke gedragen hebben, zo zullen wij het beeld van de hemelse dragen.
50Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. 51Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. 53Want dit vergankelijke moet onvergankelijkheid aandoen en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen.
54En zodra dit vergankelijke onvergankelijkheid aangedaan heeft, en dit sterfelijke onsterfelijkheid aangedaan heeft, zal het woord werkelijkheid worden, dat geschreven is: De dood is verzwolgen in de overwinning.
55Dood, waar is uw overwinning? Dood, waar is uw prikkel?
56De prikkel des doods is de zonde en de kracht der zonde is de wet. 57Maar Gode zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus. 58Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onwankelbaar, te allen tijde overvloedig in het werk des Heren, wetende, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Here.
Samenzang: Psalm 103: 6 en 7
6 De mens is aan het sterven prijs gegeven,
gelijk het gras kortstondig is zijn leven,
en als een bloem die naar de zon zich keert,
maar die ten prooi valt aan de barre winden,
en knakt en sterft, en is niet meer te vinden.
Ja zelfs haar eigen plaats kent haar niet meer.
7 Maar ’s HEREN gunst zal over die Hem vrezen
in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,
en zijn gerechtigheid de eeuwen door.
Zijn heil omsluit de komende geslachten;
zo volgen zij die zijn verbond betrachten,
van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.
Verkondiging
Samenzang: Gezang 287
1 Waartoe geploegd, als ’t zaad
niet valt in goede aarde?
O God, of Gij ons haat?
Wat heeft ons werk voor waarde?
Met onkruid ruig en sterk
vecht iedereen zich moe
en de opbrengst van ons werk
valt straks een ander toe.
2 Zeg ons, welk voordeel heeft
een mens, van al zijn streven?
Hij wint zijn brood en leeft,
maar, Here, is dat leven?
Wij kunnen hier toch niet
bestaan bij brood alleen?
In moeiten en verdriet
gaat zo ons leven heen.
3 Heer, als er dan geen zin
is in ons werk gelegen,
leg Gij een zin daarin,
verkeer de vloek in zegen,
opdat wij als welee
bewonen zonder pijn
een aarde, waar wij weer
gelukkig kunnen zijn.
4 Betrek ons eens voor al
op Hem die alle dingen
eenmaal nieuw maken zal,
dat wij in duizelingen
zien wat ons oog niet ziet
en ons verblijden zeer,
dat onze arbeid niet
vergeefs is in de Heer.
Geloofsbelijdenis
Samenzang: Op Toonhoogte lied 395
Refrein 1:
Jezus leeft in eeuwigheid.
Zijn sjalom wordt werkelijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.
1 Straks als er een nieuwe dag begint
en het licht het van het duister wint
mag ik bij Hem binnengaan
voor zijn troon gaan staan
hef ik daar mijn loflied aan:
Refrein 1:
Jezus leeft in eeuwigheid.
Zijn sjalom wordt werkelijkheid.
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van mijn leven.
2 Straks wanneer de grote dag begint
en het licht voor altijd overwint
zal de hemel opengaan
komt de Heer eraan
heffen wij dit loflied aan:
Refrein 2:
Jezus komt in eeuwigheid
Zijn sjalom wordt wereldwijd
Alle dingen maakt Hij nieuw.
Hij is de Heer van ons leven.
Dankgebed
Collectemoment
Samenzang: Gezang 437
1 Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2 Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3 Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Wegzending en zegen
Gemeente zingt: Gezang 456: 3
3 Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
|