| 						
							 
								
								
							 
							
								zondag 4 juni 2023
								 om 09.30 uur
							
							ochtenddienst 
							Voorganger(s): Ds. B. Brunt 
							
							
							Organist: John 		
									
							Welkom/Mededelingen 
 
Aanvangslied Psalm 103:1 en 5 
 
Stil gebed / Votum / Groet 
 
Zingen Psalm 33:8 
Wij wachten stil op Gods ontferming 
 
Geloofsbelijdenis 
 
Zingen Gezang 444: 1, 2 en 3 
Grote God, wij loven U 
 
Kindermoment 
 
Zingen Lied 478 uit ‘Op Toonhoogte’ 
 
Ben je groot of ben je klein of ergens tussenin; 
God houdt van jou! 
Ben je dik of ben je dun of ben je blank of bruin; 
God houdt van jou! 
Hij kent je als je blij bent; 
Hij kent je als je baalt 
Hij kent je als je droevig bent; 
Hij kent je als je straalt. 
Het geeft niet of je knap bent; 
Het geeft niet wat je doet; 
God houdt van jou! 
Hij is vol liefde. 
God houdt van jou! 
 
Gebed om de opening van het Woord en de verlichting met de Heilige Geest 
 
Schriftlezing: Lukas 7: 11 t/m 17 en Mattheus 9: 35 t/m 38 
 
Lukas 7: 11 t/m 17 
De opwekking van de jongeling te Naïn 
11 En het geschiedde kort daarna, dat Hij reisde naar een stad, genaamd Naïn. En zijn discipelen reisden met Hem, en een grote schare. 12 Toen Hij dicht bij de stadspoort gekomen was, zie, een dode werd uitgedragen, de enige zoon zijner moeder, die weduwe was, en veel volk uit de stad was bij haar. 13 En toen de Here haar zag, werd Hij met ontferming over haar bewogen en Hij zeide tot haar: Ween niet. 14 En naderbij gekomen raakte Hij de baar aan – de dragers stonden stil – en zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! 15 En de dode ging overeind zitten en begon te spreken, en Hij gaf hem aan zijn moeder. 16 En vrees beving hen allen en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot profeet is onder ons opgestaan, en: God heeft naar zijn volk omgezien. 17 En dit gerucht over Hem verbreidde zich in het ganse Joodse land en in de gehele omtrek. 
 
Mattheus 9: 35 t/m 38 
De aard van Jezus’ werk 
35 En Jezus ging alle steden en dorpen langs en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal. 36 Toen Hij de scharen zag, werd Hij met ontferming over hen bewogen, daar zij voortgejaagd en afgemat waren, als schapen die geen herder hebben. 37 Toen zeide Hij tot zijn discipelen: De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. 38 Bidt daarom de Heer van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in zijn oogst. 
 
Verkondiging 
Als jij je gezien weet door Jezus, verandert dat jouw kijk op Hem, op de ander en op jezelf 
 
Zingen Gezang 470: 1 en 4 
Wat vlied’ of bezwijk, getrouw is mijn God 
 
Dankzegging en voorbeden 
 
Collecten 
 
Zingen Lied 135: 1, 2 en 3 (OTH) 
Er komen stromen van zegen 
 
 
Zegen 
 
Zingen Gezang 456: 3 
							 |