zondag 12 februari 2023
om 10.00 uur
ochtenddienst
Voorganger(s): Ds. G.J. Smink (Schoonhoven)
Organist: John
Jeugddienst 12-02-2023
Thema: Het spijt me, vergeef me.
Aanvang: 10:00 uur in de Gereformeerde Kerk
Voorganger: Ds. G.J. Smink, Schoonhoven
M.m.v.: gospelkoor ‘DeeVee’ uit Alphen aan den Rijn
Zingen Lied 314 (Gezang 328)
1. Here Jezus, om uw woord
zijn wij hier bijeengekomen.
Laat in 't hart dat naar U hoort
uw genade binnenstromen.
Heilig ons, dat wij U geven
hart en ziel en heel ons leven.
2. Ons gevoel en ons verstand
zijn, o Heer, zo zonder klaarheid,
als uw Geest de nacht niet bant,
ons niet stelt in 't licht der waarheid.
't Goede denken, doen en dichten
moet Gij zelf in ons verrichten.
3. O Gij glans der heerlijkheid,
licht uit licht, uit God geboren,
maak ons voor uw heil bereid,
open hart en mond en oren,
dat ons bidden en ons zingen
tot de hemel door mag dringen.
Welkom en mededelingen
Stilte, wijding, groet en drempelgebed
Zingen Lied 119: 3 en 4 (Psalm 119: 3 en 4)
3. U dank ik, Heer, in opgetogenheid.
Mijn hart verheugt zich over uw bevelen,
U wil ik, die de allerhoogste zijt,
in alles volgen, niets voor U verhelen.
Verlaat mij niet, ik ben U toegewijd,
verlaat mij niet, laat in uw gunst mij delen.
4. Waarmee bewaart de jeugd haar bloem, haar eer,
hoe vindt de mens reeds vroeg de rechte paden?
Hij houdt zijn leven onbesmet, wanneer
hij zich door God en zijn gebod laat raden.
Ik zoek U met mijn ganse hart, o Heer,
leid mij niet af ter zijde en ten kwade.
Gebed om ontferming
Zingen Lied 302: 1 (Gezang 254: 1)
1. God in de hoog' alleen zij eer
en dank voor zijn genade,
daarom, dat nu en nimmermeer
ons deren nood en schade.
God toont zijn gunst aan ons geslacht.
Hij heeft de vrede weergebracht;
de strijd heeft thans een einde.
Het koor zingt twee liederen
- Thuis
- Way Maker
Tien geboden door Elske en Jeanine
Gebed om de Heilige Geest
Kindermoment
Zingen kinderlied ‘Goedmaakliedje’
Ik heb een hele zware rugzak vol met spijt.
Ik zeg het eerlijk: het duurt al een hele tijd.
Dus kom eens hier en pak dan vlug
die zware rugzak van mijn rug.
Ik kan hem bijna niet meer dragen, ’k wil hem kwijt!
Ik zeg: sorry, echt sorry!
Ik heb zo’n spijt van wat ik deed!
Ik zeg: sorry, echt sorry!
Ik vraag of jij me nu vergeeft.
Ik heb een hele zware rugzak vol met haat.
Ik zeg het eerlijk: ik ben zo verschrik’lijk kwaad!
Dus kom eens hier en pak dan vlug
die zware rugzak van mijn rug.
Ik kan hem bijna niet meer dragen, hij ’s zo zwaar!
Ik zeg: oké, nee echt, oké!
Ik ben het zat om boos te zijn.
Ik zeg: oké, ja echt, oké!
Het is nu klaar, ik laat je vrij.
Een nieuw begin, een schone lei.
Ik en jij zijn nu weer wij.
We kunnen rennen, dansen, springen,
want we zijn die rugzak kwijt!
Schriftlezing uit Genesis 33: 1-11 (NBV)
1 Plotseling zag Jacob Esau op zich afkomen, met vierhonderd man. Toen verdeelde hij de kinderen over Lea, Rachel en zijn twee bijvrouwen. 2 De bijvrouwen en hun kinderen liet hij voorop gaan, Lea en haar kinderen daarachter, en Rachel en Jozef helemaal achteraan. 3 Zelf liep hij voor iedereen uit, en terwijl hij zijn broer naderde boog hij zevenmaal diep voorover. 4 Esau rende hem tegemoet, sloot hem in zijn armen en kuste hem. Beiden lieten hun tranen de vrije loop. 5 Toen Esau opkeek en de vrouwen en kinderen zag, vroeg hij: ‘Wie heb je daar bij je?’ Jakob antwoordde: ‘Dat zijn de kinderen die God in zijn goedheid aan mij, je dienaar, heeft geschonken.’ 6 Toen kwamen de bijvrouwen met hun kinderen dichterbij, en zij bogen diep. 7 Daarna kwam Lea met haar kinderen, en ook zij bogen diep. Ten slotte kwamen Jozef en Rachel, die eveneens diep bogen. 8 ‘Wat is de bedoeling van die hele schare die ik ben tegengekomen?’ vroeg Esau. Jakob antwoordde: ‘Die was bedoeld om mijn heer gunstig te stemmen.’ 9 Maar Esau zei: ‘Ik bezit genoeg, broer, houd jij maar wat je hebt.’ 10 ‘Nee,’ zei Jakob, ‘als je mij goedgezind bent, neem dat geschenk dan alsjeblieft van mij aan, want oog in oog staan met jou is niets anders dan oog in oog staan met God, en toch ontvang je mij welwillend. 11 Neem toch aan wat ik je heb laten brengen en waarmee God mij heeft gezegend, want God is mij goedgezin geweest en ik heb meer dan genoeg.’ Omdat hij bleef aandringen nam Esau het aan.
Lied: 991: 1-4 (Gezang 482: 1-4)
1. De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop,
zij moeten zich niet haasten,
die leven van de hoop.
2. God moge ons behoeden,
wij zien elkander aan,
de broeder kent de broeder
als een die voor moet gaan.
3. Zo staat het voorgeschreven,
zo is het steeds voorzegd,
wie achter is gebleven
krijgt eerstgeboorterecht.
4. Het onderste komt boven,
de torens vallen om,
het woord is aan de doven,
de waarheid aan de droom.
Schriftlezing uit Mattheüs 5: 17-26 (NBV)
17 Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. 18 Ik verzeker jullie: zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. 19 Wie dus ook maar een van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leert datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het koninkrijk van de hemel. Maar wie ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan. 20 Want ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de Schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het koninkrijk van de hemel niet binnengaan.
21 Jullie hebben gehoord dat destijds teen het volk is gezegd: ‘Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht.’ 22 En ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen ‘Nietsnut!’ zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie ‘Dwaas!’ zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan. 23 Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, 24 laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer brengen. 25 Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de gerechtsdienaar en word je gevangengezet.
Zingen Lied 991: 5-8 (Gezang 482: 5-8)
5. Wie later is geboren
komt eerder aan de tijd,
wie lager thuisbehoren
gaan hogerop vrijuit.
6. Zo hoog zijn Gods gedachten,
zij gaan de tijden door,
wie voor was blijft ten achter,
wie achterbleef gaat voor.
7. Veracht dan niet de kleinen
en die verloren zijn,
want God noemt hen de zijnen
die laatgeboren zijn.
8. De eersten zijn de laatsten,
wie nakomt gaat voorop!
Kiest dan de goede plaatsen
en geeft uw hart aan God.
Verkondiging
Zingen Lied 438: 1 (Gezang 121: 1)
1. God lof! Nu is gekomen
Gods aangename tijd:
de Koning onzer dromen,
de Heer der heerlijkheid
treedt, zonder praal en pracht,
in onze wereld binnen,
om hier te overwinnen
de duivel en zijn macht.
Het koor zingt twee liederen
- Psalm 150
- Victor’s Crown
Gebeden
Inzameling:
- Plaatselijk jeugdwerk (in de dienst)
- Diaconie (bij de uitgang)
Luisterlied: Gebed om vrijheid (tijdens de collecte)
Zingen lied ‘Een toekomst vol van hoop’
In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
Zegen
Zingen 415: 3 (Gezang 456: 3)
3. Amen, amen, amen!
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer,
amen, God, uw naam ter eer!
Toegift van het koor
- In Jesus’ Name
Bedankt voor jullie komst! Graag zien we jullie bij de volgende jeugddienst op 11 juni 2023!
|